Om je korte nagels optisch langer te laten lijken, is het terugduwen van de nagelriemen een belangrijke eerste stap. Gebruik hiervoor een Woodstick of een metalen Cuticle Pusher. Met deze tools kun je voorzichtig druk uitoefenen op de nagelplaat richting de nagelriem, zodat deze iets naar achteren wordt geduwd. Als je goed zichtbare nagelriemen hebt, kun je ze eventueel wegknippen met een Cuticle Nipper. Let op dat je niet te ver knipt. Als je dit spannend vindt, kun je deze stap gerust overslaan. Door een paar keer per dag een goede nagelriemolie te gebruiken, worden je nagelriemen ook minder zichtbaar en soepeler.

Veel mensen met korte nagels denken dat ze geen nagelvijl nodig hebben, omdat hun nagels al zo kort zijn. Echter, vijlen is niet alleen bedoeld om de nagels te verkorten. Ten eerste helpt vijlen om scherpe randjes en oneffenheden te verwijderen, zodat de gellak gelijkmatig aangebracht kan worden. Als je aan deze scherpe randjes blijft haken, is de kans groot dat de gellak gaat chippen, waardoor je manicure minder mooi oogt. Ten tweede zorgt vijlen ervoor dat het uiteinde van de nagel iets opgeruwd wordt, wat de hechting van de gellak bevordert. Zelfs een korte beweging met de vijl kan al een groot verschil maken!

Vergeet niet om ook het uiteinde van de nagel grondig schoon te maken met Cleaner, evenals de huid eromheen als je nagels daar nog niet overheen zijn gegroeid. Hiermee voorkom je dat de oliën op je huid de hechting van de gellak beïnvloeden. Verder is het belangrijk om ook de Prep Booster te gebruiken op de gehele nagelplaat voordat je de Base Coat aan gaat brengen, om ervoor te zorgen dat de gellak goed blijft zitten.

Het sealen van je nagels met een Top Coat is extra belangrijk bij korte nagels. Zorg ervoor dat je de Top Coat over de hele nagel aanbrengt, inclusief de randen van de nagel. Trek de huid onder je nagels terug om ervoor te zorgen dat je ook de tip van je nagel goed kunt sealen. Dit voorkomt chippen.

Wanneer je nagels niet voorbij de vingertop zijn gegroeid, kan bij sommigen de huid boven de nagel wat verdikt zijn. Dit maakt het lastiger om de nagel goed te lakken zonder de huid te raken. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, kun je met een van je andere vingers (waarschijnlijk de duim (of wijsvinger) van dezelfde hand die je aan het lakken bent) de huid op de vingertop iets naar achteren trekken. Hierdoor komt het nageluiteinde beter vrij komt te liggen, wat het lakken vergemakkelijkt. Als je per ongeluk toch wat lak op de huid aanbrengt, verwijder dit dan direct met een Woodstick of een Cuticle Pusher voordat je de gellak uithardt onder de lamp. Gellak hecht namelijk niet goed aan de huid, omdat je huid olie, ook bekend als talg, produceert van binnenuit.. Als je de lak niet eerst hebt weggehaald, is de kans groot dat de lak snel los laat van het nageluiteinde. Toch perongeluk wat gellak uitgelekt en uitgehard op de huid? Vijl dit dan nog even weg rond je uiteinde.
Breng de gellak in dunne lagen aan. Dit voorkomt dat de lak er in het geheel vanaf valt, wat bij korte nagels sneller kan gebeuren. Meerdere dunne lagen geven een gelijkmatige dekking en een professionele uitstraling.

Lak hand voor hand, zodat je jouw andere hand vrij hebt om lak van je huid te verwijderen zonder gedoe. Neem bovendien gewoon echt even te tijd voor je nagels, wat maakt dat je nauwkeuriger kan werken. Oefen, Geduld en precisie is het overkoepeld thema.